De 21e eeuwse vaardigheden in het onderwijs

Is jouw school al klaar voor de 21e eeuw? Dat was de centrale vraag van het symposium dat Sophie Hermanussen en ik organiseerden voor de medezeggenschappers van de Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel (OoadA). In OoadA zijn 22 openbare basisscholen uit Amsterdam centrum en zuid verenigd. Sinds 2015 ben ik voorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van deze stichting en Sophie is secretaris. Op het symposium gingen ouders, leraren en directeuren van elke school samen aan de slag met de 21e eeuwse vaardigheden op hun school. Wat doen we al goed? En wat kan er nog beter? Op de website van OCO – de Amsterdamse Onderwijsconsumenten organisatie – is onlangs een artikel gepubliceerd over de inzichten die het symposium opleverde. Dit is wat Sophie en ik daarin vertelden.

Vraag OCO: Waarom een GMR-symposium?

Sophie: Het idee voor een symposium dat door de GMR wordt georganiseerd, en waarbij alle MR-leden van de OoadA-scholen zijn uitgenodigd, is al jaren geleden bedacht door de toenmalige voorzitter en secretaris. Het is ondertussen een goed gebruik geworden en wij zetten dat graag door. Daar zijn eigenlijk meerdere redenen voor. Het belangrijkste: het is een goede mogelijkheid om meer aandacht te geven aan een thema dat ouders & leraren belangrijk vinden. Want in het reguliere vergaderschema van een GMR gaat veel tijd naar de jaarlijkse verplichtingen – de begroting, het jaarplan, etcera – of de onderwerpen die het bestuur agendeert. Op het symposium agenderen we zelf. Vorig spraken we bijvoorbeeld over ouderparticipatie en dit jaar over de 21e eeuwse vaardigheden.

Mira vult aan: Het symposium is voor ons ook een manier om MR-en te stimuleren en supporten. Zonder het werk van een GMR te willen bagataliseren; uiteindelijk begint en eindigt alles op de scholen zelf! Actieve en goedfunctionerende medezeggenschap op de scholen is dus ontzettend belangrijk. Daarom staan de MR-en centraal op ons symposium.

En last but not least, gebruiken wij het symposium om verbindingen te leggen binnen onze Stichting. Eén van de grote voordelen van het zijn van een groep, is dat je samen meer weet en meer kunt. Die kracht van een groep willen we meer gebruiken. Ook in de medezeggenschap. Van elkaar leren was daarom een belangrijk uitgangspunt bij het ontwerpen van het programma.

Vraag OCO: Je zei net dat symposium van dit jaar ging over de 21e eeuwse vaardigheden. Waarom hebben jullie voor dit onderwerp gekozen?

Sophie: De 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het basisonderwijs brengen, is één van de grootste uitdagingen waar het onderwijs momenteel voor staat. In het Strategisch Beleidsplan van OoadA is de ambitie gesteld dat in 2019 op al onze scholen sprake is van een herkenbaar, toekomstgericht en uitdagend onderwijsaanbod, waarin de 21e eeuwse vaardigheden zijn geïntegreerd. Een hele goede ambitie, maar we denken dat er nog best wat moet gebeuren willen we deze ambitie realiseren. En dat willen we absoluut. Immers, als onze kinderen over 15-20 jaar de arbeidsmarkt opkomen, dan ziet die er compleet anders uit. Een groot deel van de beroepen die we nu kennen kunnen dan wel eens weggevaagd zijn. Kortom, we moeten in onze kinderen de vaardigheden ontwikkelen waarmee zij waardevol en succesvol zijn in de maatschappij van overmorgen.

Mira: We vinden het zo belangrijk dat we de 21e eeuwse vaardigheden zelfs als jaarthema hebben opgepakt. Niet alleen geven we er in het symposium aandacht aan, we doen dat in elke GMR-vergadering. Onze intentie is om mee te denken met bestuur, directeuren en MR-en, om deze belangrijke transitie een extra zetje te geven.

Vraag OCO: Wat was het programma voor het symposium?

Mira: We zijn gestart met een gastspreker: Diane Janknegt van de Amsterdamse tech-onderneming Wizenoze. Wizenoze heeft een innovatieve zoekmachine ontwikkeld, waarmee kinderen op hun eigen leesniveau naar informatie kunnen zoeken op het internet. Zij bracht een stukje buitenwereld naar binnen als het gaat om de informatievaardigheden van kinderen, één van de 21ste eeuwse vaardigheden.
Daarna zijn de MR-en zelf aan de slag gegaan. We hebben elke MR gevraagd om te onderzoeken hoe hun school ervoor staat. Daarvoor gebruikten we de cirkel met de 11 vaardigheden die Kennisnet en SLO hebben geformuleerd. De opdracht was om aan te geven welke 3 vaardigheden de school al sterk ontwikkeld heeft? En wat daar de succesfactoren van zijn? Maar ook vroegen we de scholen om aan te geven welke 3 vaardigheden nog beter kunnen? En wat daar de problemen of belemmeringen zijn, die worden ervaren?

Sophie: Het symposium was op ‘mijn’ school, De Springstok in De Pijp. Wij hadden flipovers voorbereid, die hingen aan de muren van onze gymzaal. Iedereen ging voortvarend aan de slag. Het was leuk dat de zaal zo vol stond. De opkomst op het symposium was hoog, bijna alle scholen waren aanwezig. En het was ook erg waardevol dat er zoveel directeuren bij waren. Zo ontstonden goede gesprekken tussen leraren, ouders en directeuren over school en het onderwijs. De sfeer was écht heel positief en we hebben later nog veel enthousiaste reacties ontvangen over deze avond.

Vraag OCO: Wat leverde de avond op?

Mira: Ondanks het feit dat er grote verschillen zijn tussen onze scholen, was er wel een rode draad in de uitkomsten. We zagen dat de meesten van onze scholen ontzettend sterk zijn op wat je de groep van sociale vaardigheden binnen de 21e eeuwse vaardigheden kunt noemen: samenwerken, communiceren, sociale en culturele vaardigheden. Ik vind dit zelf één van de belangrijkste en mooiste dingen die je aan kinderen kunt meegeven, juist in het basisonderwijs. Leuk dat dit zo’n kracht is in onze groep!
Tegelijk zag je dat we op de vaardigheden die tezamen ‘Digitale geletterheid’ worden genoemd nog tamelijk zwak zijn: de ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardigheden en computational skills. Daar is werk aan de winkel voor ons!

Op het einde van de avond hingen alle flipovers aan de wand. Scholen konden bij elkaar kijken. Het idee daarachter was, dat er misschien een uitwisseling tot stand kan komen. Bijvoorbeeld, als er een school een ‘best practice’ heeft ontwikkeld op het gebied van media-wijsheid, misschien kan een andere school – die zwak is op dat gebied – daar aankloppen? En vice versa. We weten niet of dit echt zo gaat werken, maar we zouden dat eigenlijk de mooiste uitkomst van de avond vinden.

 

Meer informatie over de organisaties genoemd in dit artikel kun je vinden via onderstaande links: